Kock

Opgenomen in deel (delen)

Klik op een deeltje voor de volledige inhoudsopgave

Van deze familie uit Oldenzaal leefde de oudst bekende voor­vader aldaar in het midden van de zeventiende eeuw. Gezien de naamgeving van een van zijn zoons was hij vermoedelijk verwant aan Prosper Kock, burgemeester van Oldenzaal in 1593 en 1598. Werden de eerste generaties gerefor­meerd gedoopt, zeker vanaf het einde van de zeventiende eeuw was de familie rooms-katho­liek.

Met Hermanus Kock (IVa, 1707-1771), die zich omstreeks 1724 te Amsterdam vestigde, ontstond een tak (A) van Amster­damse kooplieden. Hiervan zocht kleinzoon Joannes Hermanus Michael Kock (VIa, 1779-[1825]) na een faillisse­ment zijn heil in Zuid-Afrika; diens talrijke, gereformeerde en nog bloeiende nageslacht (tak AA) aldaar wordt hier twee generaties gevolgd.

De jongere tak B bleef in Oldenzaal. Theodorus Bernardus Kock (Vc, 1737-1809), koopman in wijnen en leer, werd namens het landgericht Oldenzaal in 1795 provisioneel representant van het Volk van Overijssel en lid van de Eerste Nationale Vergadering in 1796-1797. Hij en zijn nazaten, onder wie diverse juristen en geneeskundigen, verwierven een uitgebreid grondbezit, waar­onder pachterven. Deze vielen onder het in Twente pas in 1798 afgeschafte en vervolgens afgewikkelde hofstelsel. Nog altijd zijn telgen woonachtig en gegoed te Oldenzaal.

Familiewapen Kock

In zilver op een groene grasgrond links een opgerichte kronkelende slang, gekroond met een kroon van drie parels, gewend naar een omgewende duif rechts op de grasgrond, alles van natuurlijke kleur. Helm gekroond. Dekkleden: groen gevoerd van zilver. Geen helmteken. 

Dit wapen werd in 1866 voor het eerst beschreven door Josephus Albertus Alberdingk Thijm, doch met de slang ongekroond (J.A. Alberdingk Thijm, Joannes Franciscus Alberdingk Thijm: zijne afkomst, zijn leven, zijn charakter (Amsterdam 1866) genealogische bijlage).
Op deze wijze is het ook opgenomen in raam nr. 31 in de Plechelmusbasiliek te Oldenzaal, omstreeks 1890-1900 vervaardigd door Werkplaats voor kerkelijke kunst P.J. Cuijpers & Co. Vanaf de twintigste eeuw wordt de slang over het algemeen gekroond gevoerd. 
In de familie wordt een spreuk gebezigd die vanwege zijn lengte niet zonder meer als wapenspreuk kan worden gezien: ‘Estote ergo prudentes sicut serpentes et simplices sicut columbae’. Deze verwijst naar Mattheus 10:16: ‘Wees bedachtzaam als de slangen en oprecht als de duiven’.

Genealogisch en historisch

  • J.A Alberdingk Thijm, Joannes Franciscus Alberdingk Thijm, zijne afkomst, zijn leven, zijn charakter (Amsterdam 1866), genealogische bijlage
  • M.H.C. van Basten Batenburg, Stamboek Kock 1859, digitale transcriptie en bewerking Van Batenborgh Stichting (Groenlo 2007)
  • M.H.C. van Basten Batenburg, Aantekeningen van bijzonderheden, voorgevallen in Oldenzaal en Lichtenvoorde 1883, digitale transcriptie en bewerking Van Batenborgh Stichting (Groenlo 2015)
     

Biografisch

  • Johannes Hendrikus Lambertus Kock (VIIa, 1813-1889) in:
    • Southern African Dictionary of National Biography 2 (1966) 370-371; 
  • Johannes Hermanus Michael Kock (VIIa,1, 1835-1899) in:
    • Southern African Dictionary of National Biography 3 (1977) 473-474 
  • Ds. Johannes Hermanus Michael Kock (VIIc,1, 1839-1928) in:
    • Southern African Dictionary of National Biography 4 (1981) 283-284